De plannen voor betaalbaarheid van Hugo de Jonge zijn enkele stapjes in de goede richting, maar doen te weinig om de betaalbaarheid echt voldoende te verbeteren, reageert de Woonbond op de op 19 mei gepresenteerde plannen van de volkshuisvestingsminister.
De woonbond pleit voor een huurbevriezing in 2023 en 2024, een garantie dat huurtoeslagontvangers er door de geplande stelselwijziging niet op achteruit gaan en wil dat meer woningen worden beschermd tegen woekerprijzen in de vrije sector.
Voor 2024 staat er een huurbevriezing gepland. De Woonbond pleit ervoor de huren ook in 2023 al te bevriezen. Woonbonddirecteur Zeno Winkels: ‘Ietsje onder de torenhoge inflatie gaan zitten, doet te weinig om te hoge huurstijgingen tegen te gaan. Bovendien wordt de verhuurderheffing afgeschaft. Om die in 2013 ingevoerde heffing te betalen zijn de huurprijzen sindsdien fors gestegen. Het is niet meer dan logisch dat huurders er ook baat bij hebben dat deze heffing verdwijnt.’ De geplande eenmalige huurverlaging in 2024 voor huurders met een laag inkomen vindt de bond wel een goede stap.
Het aan banden leggen van woekerprijzen in de vrije sector is een hoognodige stap. Door de huurprijsbescherming van het woningwaarderingsstelsel (het puntenstelsel waarmee de kwaliteit van een woning tot een maximale huurprijs leidt) door te trekken zijn meer huurders beschermd tegen woekerprijzen die compleet losstaan van de kwaliteit van een woning. De minister wil de grens voor deze bescherming naar een bedrag tussen de €1.000,- en €1.250,- doortrekken, de precieze grens moet nog bepaald worden. De Woonbond ziet er meer in deze grens door te trekken naar zo'n €1350,- zodat meer woningen onder deze bescherming vallen. Maar ook met de bescherming van het puntenstelsel blijven veel vrije sector prijzen niet te betalen voor middeninkomens. Daarom blijft de inzet op een grotere sociale huursector voor lage en middeninkomens ook hard nodig.
Wonen is een grondrecht en een voorwaarde voor een goed bestaan.
Iedereen in Nederland moet betaalbaar kunnen wonen. Door de schaarste en gestegen prijzen is de beschikbaarheid van een betaalbaar huis voor steeds minder mensen vanzelfsprekend geworden. Een deel van de huurders heeft moeite om iedere maand de woonlasten op te brengen. Anderen kunnen geen geschikte woning vinden die past bij hun levensfase, waardoor ze belangrijke levensbeslissingen zoals een nieuwe baan in een andere stad of gezinsuitbreiding uitstellen. Met name woningzoekenden met een middeninkomen kunnen moeilijk een betaalbare middenhuur- of koopwoning vinden. Ook mensen die al een woning hebben zijn in sommige gevallen de dupe: de huidige krapte op de woningmarkt leidt tot oneerlijke praktijken waar mensen onder druk worden gezet en onzeker zijn over hun woonsituatie. Mensen kennen in die gevallen hun woonrechten niet of durven deze niet te halen omdat ze weinig alternatieven hebben. Dit vraagt om een overheid die meer regie voert en meer beschermend optreedt. Het is dan ook noodzakelijk dat de Rijksoverheid de regie op de betaalbaarheid van de volkshuisvesting pakt. De afgelopen jaren hebben we de rol van de overheid te klein gemaakt. Onvoldoende regie heeft te vaak tot keuzes geleid waar kwetsbare mensen de dupe van zijn. Met dit programma willen we bevorderen dat mensen hun woonlasten beter kunnen dragen en dat mensen toegang hebben tot een kwalitatief goede woning die past bij hun woonbehoefte en levensfase.
De Rijksoverheid zal moeten reguleren, verdelen en beschermen.
Hier onder vindt u het volledige plan van de overheid.
Programma_Betaalbaar_Wonen_mei_2022